december 13, 2016
Bij de 7-jarige Ashly Ajeyo werd de diagnose spastische verlamming gesteld toen ze een half jaar oud was. Haar ouders Gertrude en Charles waren blij om haar in hun armen te hebben na een lange, zware bevalling. In de kliniek waar Gertrude beviel was geen gediplomeerd arts beschikbaar, dus werd ze begeleid door artsen in opleiding. Na de geboorte zag Gertrude dat haar baby een wond op haar hoofd had, maar een verpleegster verzekerde haar dat het maar een oppervlakkig wondje was, dus Gertrude vroeg er verder niet naar en stond niet stil bij de eventuele toekomstige effecten.
Volgens het medisch dossier had de bevalling de baby zo uitgeput dat ze niet kon huilen of drinken. Ze had ook vruchtwater in haar longen gekregen. Gertrude werd naar huis gestuurd zonder te worden ingelicht over de gezondheid van haar kindje. Ze verliet het ziekenhuis opgewekt en hield zich aan alle reguliere controlebezoeken en inentingen voor haar dochter. Maar tijdens een van die routinecontroles, Ashly was toen 6 maanden, uitte de arts ernstige vermoedens: de baby ontwikkelde zich langzaam en haar sperspanning was erg laag. Ze werd doorverwezen naar een kinderarts.
Het bleek dat Ashly spastische verlamming had. Ze kreeg direct fysiotherapie. Gertrude en Charles waren erg geschrokken en hoe meer ze over de negatieve gevolgen van de ziekte te weten kwamen, hoe verdrietiger ze werden.
Twee keer per week kreeg Ashly fysiotherapie, en gedurende twee jaar deed Gertrude er alles aan omdat ze hoopte dat het beter zou gaan. Maar ze werd wanhopig omdat Ashly maar langzaam vooruit ging. Kostwinner Charles werkt als dagloner, dus hun inkomen is wisselend. Door geldgebrek begonnen ze therapie soms over te slaan en uiteindelijk ging Gertrude twee jaar lang helemaal niet meer met haar.
Toen Ashly 5 was kwam Gertrude bij een oudergroep van mensen met gehandicapte kinderen. Ze hoorde daar van een fysiotherapiepraktijk in hun eigen krottenwijk waar de meeste ouders met hun kind naartoe gingen. Na overleg met de specialist stapte Ashly in 2015 over.
Het is nu bijna twee jaar geleden dat Ashly weer begon met therapie en ze kan nu zelf uit bed rollen als ze wakker wordt, een bewegingsniveau dat ze nooit eerder heeft gehaald. Charles is ervan overtuigd dat zijn dochter zelf zal leren zitten en zelfs lopen als ze volhouden met de fysiotherapie. Hij werkt hard om ervoor te zorgen dat ze geen sessie hoeft over te slaan en helpt zijn vrouw haar naar de praktijk te dragen.
Het is erg bemoedigend om een jonge man zoals Charles zijn gezin zo liefdevol te zien steunen hier. Hij weet dat zijn vrouw de zorg voor hun dochter niet alleen af kan en dus steunen ze elkaar. Het stel verloor door bijgeloof en vooroordelen rondom de ziekte sociale contacten. Maar gelukkig beseft de directe familie dat dit een gezondheidsprobleem is.
Met alle moeilijkheden die het stel sinds de geboorte van hun dochter heeft doorgemaakt besloten ze een aantal jaar te wachten met het krijgen van een tweede kindje. Gertrude is nu 5 maanden zwanger van hun tweede. Charles wil dat zijn vrouw hun tweede baby in een veilige omgeving krijgt met een geschoolde arts erbij, en daarom is hij bij het National Health Insurance Fund (NHIF) gegaan, de landelijke ziektekostenverzekering. Daarnaast spaart hij ook via het M-TIBA spaarplan om aan de gezondheid van zijn dochter te blijven werken.
Charles en Gertrude vertellen dat ze sterker zijn geworden door samen te blijven en dat ze samen zullen doorvechten.